Penvissen op Karper

Sluipen langs de waterkant om geen geluid te maken, verborgen op de oever afwachten en ontzettend veel spanning op het moment dat je de dobber onder ziet gaan, dat is penvissen op karper!
Het penvissen op karper is een mobiele visserij: een penhengel met pendobber en een paar maïskorrels op de haak en lekker de oevers afstruinen op zoek naar karper. Hier zullen we de basis van het penvissen op karper bespreken.

Benodigdheden

  • VISpas (of andere visvergunning)
  • Penhengel (lengte: 3.60-4.20m, testcurve 1.5-2.5 lb)
  • Licht molentje (2500-4000 serie)
  • Lijn (nylon, 25/00)
  • Pendobber (0.5-2.5 gram)
  • Loodhagels
  • Onderlijntjes (evt. met hair) en haakmaat 6 of 8
  • Lokvoer: zoete maïs, pellets
  • Aas: maïs, maden
  • Landingsnet
  • Onthaakmat
  • Onthaaktangetje

Lokatie en tijdstip

In de meeste zoete binnenwateren is wel karper te vinden, dus eigenlijk overal kun je penvissen op karper. Echter op lang niet alle plekken is het makkelijk om karper te vangen met een penhengel. Het eenvoudigst is om in sloten (polderslootjes, maar ook zeker sloten in woonwijken), vijvers en kleine meertjes te vissen met de penhengel. Penvissen op karper is een actieve sportvisserij: je bent steeds op zoek naar karper en wanneer er minder water is om in te verstoppen, is zoeken naar karper een stuk makkelijker! Zoek vooral op plekken met inhammetjes in de oever, bij waterplanten, rondom rietkragen en op zonnige plekken in een schaduwrijk water.

Karpers zijn vooral actief bij watertemperaturen boven de 10 oC. Ze gaan bij deze temperaturen actief op zoek naar voedsel, dus mogelijk vinden ze op zo'n moment ook jouw aas! Praktisch houdt dit in dat je vanaf april tot eind oktober goed kunt penvissen op karper. In de vroege ochtenduren of tegen de avond zijn karpers over het algemeen het meest op zoek naar voedsel. Dit zijn dus ideale momenten voor het vissen met de penhengel. Laat je echter door deze vuistregel niet weerhouden om overdag te gaan penvissen. Ook overdag zijn er best karpers op de pen te vangen!

Voerplekken

Voordat je begint met het penvissen, is het belangrijk om voerplekken aan te leggen. Je loopt langs het water om te zoeken naar plekken, waarop je karpers verwacht. Wanneer je een plek hebt gevonden, gooi je er een paar handjes lokvoer in (maïs, pellets of geweekt kippenvoer). Onthoud waar je hebt gevoerd, zodat je hier straks kunt gaan vissen. Vervolgens loop je verder en zoek je naar een tweede plek. Dit doe je totdat je ongeveer 5 voerplekjes hebt gehad. Na de laatste voerplek loop je terug naar voerplek nummer 1 en hier start je met penvissen.

Penmontage en Penvis-techniek

Het vissen start natuurlijk met het klaar maken van de penhengel. Wanneer de molen op de penhengel zit, haal je de lijn door de ogen van de penhengel en schuif je een stopper (ook wel stuitje genoemd) op de lijn. Vervolgens haal je de lijn door het oogje van de pendobber. Doordat er een stopper boven de dobber zit, kan de pendobber niet verder de lijn op schuiven.matchhengel montage Daarna maak je aan de hoofdlijn je onderlijntje met haak vast (onderlijntjes met haak en hair zijn kant en klaar te koop bij de hengelsportzaak). Ongeveer 50-70 cm vanaf de haak knijp je enkele loodhageltjes, zodat de pendobber precies met de antenne boven water blijft drijven. Hierna zet je nog een loodhageltje op 10-20 cm van de haak, hierdoor zinkt de dobber tot dit loodhageltje op de bodem ligt. Schuif tot slot de stopper op de juiste hoogte op de lijn, waardoor de antenne van de dobber weer net zichtbaar wordt boven water. Op deze manier ligt de onderste loodhagel met aas op de bodem en staat de pendobber hier recht boven. Als allerlaatste controleer je of de spoel goed staat afgesteld (als je aan de lijn trekt, moet er met enige weerstand lijn van de molen af komen). Karpers zijn erg sterk, dus met een te strak afgestelde spoel, breekt de lijn gegarandeerd.

Nu kun je starten met penvissen. Loop langzaam naar de voerplek toe en werp zachtjes het aas en dobber in het water in het midden van de voerplek. Blijf ver van de waterkant af, want je wil de vissen natuurlijk niet wegjagen. Wanneer de dobber op de juiste plek drijft, leg je je hengel op de kant naast je neer. Leg de hengel zo veel mogelijk op de kant, opdat er zo min mogelijk hengel over het water steekt. Zelfs de hengel kan vissen namelijk afschrikken!
Vis op deze manier alle voerplekken ongeveer 30 minuten per plek af. Als je 30 minuten hebt gevist, loop je naar de volgende plek. Je kunt een handje extra voer op de voerplek gooien als je weggaat om het nog aantrekkelijker voor karpers te maken. Deze cyclus herhaal je steeds opnieuw tijdens het penvissen op karper.

Aanslaan, drillen, landen & onthaken

Wanneer je de pendobber ziet bewegen, wordt het spannend! Een trillende dobber kan betekenen, dat er vissen tegen je lijn aan zwemmen. Wacht dus altijd tot de dobber echt is ondergegaan en zet vervolgens de haak met een korte ferme tik.
Als er een karper aan de haak zit, merk je dat vanzelf! Ze zijn vaak erg sterk en sprinten weg. Op dit moment merk je dat je baat hebt bij een goed afgestelde spoel. Wanneer de vis is gestopt met wegsprinten,kun je de hengel naar je toehalen en de lijn indraaien. De vis zal nu opnieuw wegsprinten, zodat je hetzelfde weer kunt herhalen. Op deze manier wordt de vis moe en zal je hem langzaam naar de waterkant brengen.
Schep de karper met een groot landingsnet uit het water en leg hem op de onthaakmat. Zorg dat de onthaakmat dichtbij ligt, zodat je niet met de vis hoeft te lopen! Wanneer je gebruik maakt van een haak met hair, dan zal de vis vaak voor in de bek zijn gehaakt. Je kunt de vis dan gewoon met je vingers onthaken. Wanneer de haak dieper in de bek zit, kun je een onthaaktangetje gebruiken. Een karper heeft een zachte bek zonder tanden, dus hiervoor hoef je niet bang te zijn.

Terugzetten

Zorg ervoor dat de vis zo kort als mogelijk op het land is en dat hij dus snel weer in het water wordt teruggezet. Karpers zijn vaak redelijk grote vissen en ook erg kwetsbaar voor beschadigingen. Draag de vis dus in de onthaakmat naar de waterkant om hem terug te zetten en ga er niet mee lopen. Wanneer je de vis laat vallen, kan dit de vis ernstig beschadigen! Laat de vis langzaam bijkomen in het water, terwijl hij ondersteund wordt. Als hij op krachten is gekomen, zal hij zelf wegzwemmen.
Karpers zijn erg belangrijk voor het in balans houden van de groei van waterplanten, zet ze dus altijd terug (vaak is dit geregeld via de visvergunning). Na het terugzetten van de karper kun je op de volgende voerplek weer verder penvissen op karper: wie weet hapt er nog een karper toe!