Vaste hengel

Het witvissen met de vaste hengel (ook wel 'vaste stok' genoemd) behoort tot een van de oudste vormen van recreatief sportvissen. Tot op de dag van vandaag is het witvissen met vaste hengel een populaire vorm van vissen bij jong en oud. Door de eenvoud van deze manier van witvissen is het een ideale start voor de beginnende sportvisser. Hoe het witvissen met de vaste hengel precies in zijn werk gaat, lees je hieronder.

Benodigdheden bij witvissen met vaste hengel

  • (Vis) Vergunning
  • Vaste hengel (variërend van 3 tot wel 12 meter)
  • Tuigje: dit is kant en klaar te koop en bestaat uit een lijn, dobber, loodhagels en haakje
  • Lokvoer en aas (maden, brood, maïs, regenwormen, kaas, aardappel etc…)
  • Emmer voor het aanmaken van het lokvoer
  • Hakensteker (voor het onthaken van de vis)
  • Kikkertjes + rubbertjes, voor het bevestigen van de lijn op de hengel
  • Peillood
  • Schepnet
  • Hengelsteun + stoeltje

Locatie

Nu is het vismateriaal voor het witvissen met de vaste hengel compleet en je sta je startklaar om te gaan. Maar waar ga je heen? Het wonen in Nederland of België heeft een groot voordeel: er is water genoeg! Het witvissen met de vaste hengel kun je uitstekend op sloten in woonwijken, in grachten, in havens, op grote plassen, maar ook ook rivieren en kanalen kunnen uitstekend voor het witvissen worden gebruikt. Voor beginnende sportvissers is het het makkelijkst om op stilstaande wateren te gaan witvissen, op deze manier kun je vrij constant op dezelfde plek voeren en vissen!
Zoek vooral de plekken op waar vissen mogelijk kunnen schuilen. Naast waterlelies, bij steigers en bruggetjes, tussen waterplanten, bij rietkragen, tussen boten in een jachthaven en op plekken met onregelmatigheden in de bodem.
Het is uitermate belangrijk om in je vergunning na te kijken of je op bepaalde plekken mag vissen, voordat je je hengel uitgooit. Schade aan de natuur en hoge boetes kunnen het gevolg zijn van onrechtmatige sportvisserij!
Een ander belangrijk punt is dat je altijd verantwoordelijk en met fatsoen met de visstek om moet gaan. Laat geen rommel achter, maak geen planten en bomen stuk en parkeer de auto niet zomaar ergens aan een waterkant.

Optuigen van de vaste hengel

Het optuigen van de vaste hengel begint met het in elkaar zetten van de hengel. In het geval van een telescopische hengel kun je deze simpelweg uitschuiven, anders zul je de losse hengel elementen in elkaar moeten zetten. Vervolgens schuif je het kikkertje over de hengeltop totdat deze niet meer verder kan en ‘vast’ zit (denk eraan dat hij ook weer los moet kunnen!).

Voor de beginnende witvissers is het handig om kant en klare tuigjes te kopen bij de plaatselijke hengelsportzaak. Deze bestaan uit de lijn, dobber met bijpassende loodhagels en een haakje. Zorg dat je een aantal van deze setjes bij je hebt, dan kun je snel wisselen van lijn, dobber of haak. Aan het eind van een tuigje zit een lus, maak deze vast aan het kikkertje en wikkel de lijn er een paar keer omheen. Wikkel vervolgens met een aantal slagen de lijn om het laatste deel van de hengel (boven het kikkertje) tot aan de top en bevestig deze met een siliconenrubbertje (dat om de lijn heen zit). Als je het tuigje nu van het tuigenplankje af laat rollen, dan zou de lijn tussen 1 hengellengte en ¾ hengellengte lang moeten zijn. Door meer lijn van of op het kikkertje te wikkelen, kun je de lijn op de gewenste lengte brengen.

Witvis-techniek

We zijn aangekomen op de visstek en staan startklaar aan de waterkant. De vaste hengel is opgetuigd, dus het vangen van witvis kan beginnen! … Nouw… misschien nog niet helemaal. Eerst zullen we het juiste lokvoer en aas moeten selecteren, vervolgens peilen we de waterdiepte en stellen we de dobber hierop af en daarna kunnen we beginnen met het vissen op witvis (en het vangen uiteraard).

Lokvoer & aas bij witvissen

Voer bij het Witvissen: Lokvoer, mais en madenHet gebruik van lokvoer is een van de belangrijkste onderdelen voor het vangen van veel vis. Lokvoer is bij iedere hengelsportzaak in kant-en-klare verpakkingen te kopen. Het is aan te raden dit lokvoer te gebruiken. Een allround voer voor witvis is zoals de naam doet vermoeden geschikt voor verschillende vissen en wateren. Bent u nu specifiek op zoek naar een vissoort, gebruik dan specifiek lokvoer hiervoor. In de regel geldt dat zeer fijn lokvoer de kleinere vissen aantrekt, terwijl grover lokvoer sneller naar de bodem zakt en de grotere vissen aantrekt. Een kwestie van smaak dus!
Ook kunt u natuurlijk zelf uw lokvoer samenstellen. U kunt combinaties van verschillende soorten melen met ‘smaakmakers’ proberen: ongetwijfeld dat hier ook grote scholen witvis op af komen.
Aan de waterkant doet u uw lokvoer in de emmer en mengt dit met een KLEINE hoeveelheid water, zodat je er droge balletjes van kunt kneden. Ook kan er geknipte maïs aan toe worden gevoegd of maden. Mix het geheel en laat het enkele minuten staan, zodat het vocht goed door de mix kan trekken.

Begin nu met het gooien van 3-5 voerballen (ter grootte van een sinaasappel) op de plaats waar u zo dadelijk uw vaste hengel te water laat gaan. Blijf elk half uur een extra beetje bijvoeren, een balletje ter grootte van een mandarijn moet voldoende zijn.

Naast het lokvoer kan het aas niet ontbreken voor het vangen van vis. Dit aas kun je direct op de haak bevestigen. Voor witvis maakt men gebruik van maden, brood, maïs, casters (verpopte maden) regenwormen, aardappel of kaas. Voor kleine vissen (zoals kleine voorntjes) moet er niet te veel aas op de haak worden gedaan, maar voor grotere vissen zoals brasem en zeelt hoeft de haak niet meer zichtbaar te zijn!

Peilen van waterdiepte met vaste hengel

Tijdens het witvissen is het van belang om het aas op de juiste hoogte in het water aan de vis te presenteren. Grotere vissen zullen over het algemeen eerder aas dat op de bodem ligt pakken, terwijl kleinere vissen eerder het aas pakken dat (net) boven de bodem zweeft of tegen de bodem aan zweeft.
Om ervoor te zorgen dat het aas op de juiste hoogte wordt gepresenteerd aan de vis, peilen we de waterdiepte met peillood. Lees hoe je precies de waterdiepte peilt in: Waterdiepte peilen bij witvissen met vaste hengel.

Het witvissen

De voerplek is aangemaakt, de lijn ligt in het water en het aas wordt op de juiste hoogte gepresenteerd: het witvissen kan beginnen! Wanneer je een juiste stek hebt uitgezocht en met de juiste aassoorten aan het vissen bent, is het vervolg eigenlijk vrij eenvoudig. Je wacht tot je beweging in de dobber ziet ontstaan en als de dobber ondergaat, zet je de haak met een zachte tik van de hengel en kun je de vis binnenhalen. Hier toch enkele tips waar je op kunt letten om eerder of meer witvis te vangen:

  • Controleer tijdens het witvissen regelmatig of het aas nog aan de haak zit. Sommige aassoorten zijn zacht en vallen na verloop van tijd van de haak (bv. brood) of een vis heeft het aas van de haak afgegeten.
  • Op het moment dat vissen niet willen bijten, is het verstandig om van aassoort te wisselen. Vaak zorgt de verandering van het aas voor meer beten. Wat de ene dag een succesvol aas blijkt te zijn, kan de volgende dag resulteren in een magere vangst. Varieer dus met het aas!
  • Het regelmatig bijvoeren van kleine handjes lokvoer houdt vissen actief op de voerplek. Je hoeft geen grote hoeveelheden lokvoer te gebruiken: vissen raken verzadigd met het lokvoer en hebben geen trek meer in je aas!
  • Een tip voor alle vormen van sportvisserij: blijf het water altijd observeren! Zie je beweging rond je dobber, zijn er luchtbelletjes te zien of kringen op het water? Dit kan wijzen op de aanwezigheid van vissen. Juist nu is het belangrijk de dobber goed in de gaten te houden en regelmatig kleine handjes voer op de voerplek te brengen om vissen actief te houden.
  • Als je de dobber ziet bewegen, wordt het spannend. Waarschijnlijk zit er vis! Nu is het de kunst om op tijd aan te slaan. Sla je te vroeg aan, dan mis je de vis. Sla je te laat aan, dan kan de vis het aas weer hebben uitgespuugd, omdat hij argwaan kreeg bij het aas. Het is een goede gewoonte om te wachten tot de dobber echt helemaal onder is gegaan, alvorens aan te slaan. Na enkele beten zul je hier een gevoel voor ontwikkelen.

Landen, onthaken en terugzetten

De dobber is ondergegaan en je hebt op tijd aangeslagen: er zit dus een vis aan de lijn! Trek de vis niet met een grote vaart naar de kant, maar breng de vis hier rustig naartoe. Steek je landingsnet in het water en brengt met je hengel de vis hiernaartoe. Doe dit vooral niet andersom, dus niet met het landingsnet naar de vis gaan scheppen. De vis kan hierbij makkelijk beschadigen. Til de vis met een landingsnet uit het water. Kleine vissen kunnen aan de haak uit het water worden getild. voornEenmaal 'op het droge' kun je de vis onthaken. Let erop dat je altijd natte handen hebt, voordat je de vis aanpakt. Door droge handen kun je de slijmlaag en de schubben van de vis eerder beschadigen. Als de haak voor in de bek zit, kun je vaak met je vingers de vis onthaken. Wanneer de haak dieper in de bek van de vis zit, gebruik je de hakensteker. Kort gezegd gaat dat op de volgende manier: houd een lichte spanning op de lijn en laat de lijn door het gleufje in de hakensteker lopen. Draai de hakensteker nu een hele slag, zodat de lijn rond de hakensteker loopt. Schuif de hakensteker tot aan de bocht van de haak. Met een kort stootje kun je de haak uit de bek drukken.
Na het onthaken ondersteun je de vis (ook in het water) tijdens het terugzetten, hiermee laat je de vis langzaam op krachten komen. Als de vis weer energie heeft, zal hij zelfstandig wegzwemmen en kun je weer aan de slag voor een volgende vangst.

Meer informatie over witvissen? Klik hier: Meer info - Witvissen